Literair

Na mijn eerste recensie in Woordwerk 6 (september 1984) heb ik tientallen recensies geschreven voor en interviews gepubliceerd in hetNederlands Dagblad en in Centraal Weekblad. Ook schreef ik voor het jongerenblad Kivive. Later schreef ik ook artikelen voor De Reformatie,Bij de Tijd en Koers en maakte ik interviews voor Bzzlletin, Trouw enHN-magazine. Voor Uitgelezen 10 schreef ik een artikel over Thomas Rosenboom. In Bloknoot publiceerde ik tussen 1991 en 1997 artikelen en recensies.
    Mijn belangrijkste publicaties uit Bloknoot zijn:

- Jan H. Eekhout en Gerrit Kamphuis; briefwisseling 1940-1941 (Bloknoot 1)
- Polemiek en kritiek in De Reformatie (Bloknoot 1)
- De dichter als poolreiziger; interview met Koos Geerds (Bloknoot 2)
- Hein de Bruin; een biografische schets (Bloknoot 2)
- De brief in brieven (Bloknoot 2)
- Multatuli de godloochenaar (Bloknoot 3)
- Worden christen-auteurs miskend? Met een reaktie van Hans Warren (Bloknoot 3)
- Christelijk proza? (Bloknoot 4)
- De dichter als bloembollenkweker; interview met Lenze L. Bouwers (Bloknoot 5)
- Henk van der Ent, Anton Ent en Marieke Jonkman (Bloknoot 7)
- Prof. Douma en vader Ter Andere (Bloknoot 8)
- Religieus, en dus een realist; interview met Pieter Nouwen (Bloknoot 9)
- ‘Een programma lijkt mij onmisbaar’; K. Heeroma en ‘Het derde réveil’ (Bloknoot 10)
- ‘Ik ben geboren om dichter te zijn’; over de poëzie van Muus Jacobse (Bloknoot 10)
- Bloknoot en Woordwerk (Bloknoot 15)
- Het verlangen naar gerechtigheid; over Verborgen gebreken van Renate Dorrestein (Bloknoot 16)
- Een essayst met een visie; Robert Lemms contrasterend denken (Bloknoot 17)
- De oogkleppen van Bert de Jong (Bloknoot 17)
- Dichten over God (Bloknoot 19)

‘Belangrijk’ kan ik mijn diverse polemische stukjes in Bloknoot niet noemen, maar ik kan nog wel steeds met plezier terugdenken aan mijn stukjes over Rob Schouten, A.F.Th. van der Heijden, H.H.J. van As en anderen.
    De jaargangen van Bloknoot bevatten voorts talloze, soms uitvoerige, recensies van (voornamelijk) christelijk literair werk dat verscheen tussen 1991 en 1998. De nummers van Bloknoot zijn nog steeds verkrijgbaar bij mij. De nrs. 1 en 2 zijn echter alleen nog verkrijgbaar als onderdeel van de set ‘Bloknoot compleet’ (=22 nummers).

Sinds 1998 maakte ik deel uit van de redactie van Liter, de fusie vanWoordwerk en Bloknoot. Van 1999 tot 2003 was ik eindredacteur van Liter, daarna behoorde ik alleen nog tot de redactie. In juni 2005 zette ik ook daar een punt achter.

Publicaties in boekvorm
- Dirk Zwart (red.), ‘Ik heb mijzelf in woorden weggegeven’. K. Heeroma als literator. Themanummer van Bloknoot, nr. 10 [januari 1996]
- Dirk Zwart, De gereformeerde bietebauw. Ontmoeting 1946-1964. Themanummer van Bloknoot, nr. 18 [oktober 1997].
- Een steenworp afstand en andere verhalen. Gekozen door Hans Werkman en Dirk Zwart. Zoetermeer 1999
- Tjerk de Reus en Dirk Zwart (red.), Laat ons het wagen met de hoogste worp. Jan Wit (1914-1980). Themanummer van Liter, nr. 9, 1999. Met een door mij samengestelde en geproduceerde CD.
- Dirk Zwart (samenst.), Dit is muziek die alle leed verzacht. Gedichten over muziek. Uitg. Kok Kampen, 2006
- Dirk Zwart (samenst.), Ik ben in haar liefde geborgen. Gedichten over moeders. Uitg. Kok Kampen, 2006
- Dirk Zwart (samenst.), Ik blijf zijn kind, al word ik eeuwenoud. Gedichten over vaders. Uitg. Kok Kampen, 2006
- Dirk Zwart, Kogels in de kerk en andere beschouwingen over (kerk)muziek. Uitg. Kok Kampen, 2006 (2e druk 2007)

Verhalend proza
Ik schreef ook enkele verhalen. De volgende verschenen in druk:
- ‘O, leid mijn blindheid bij de hand’ (in: Het bramenbeeld en andere verhalen. Uitg. Kok/CLK 1989)
- ‘Het trommeltje [of: De val]’ (in: Schrift, literair magazijn, jrg. 4 nr. 1 [eind 1993?])
- ‘Het dorp’ (in: Bloknoot 7, februari 1994)

Karakterisering
Het christelijk cultureel tijdschrift Icarus bracht in 1999 een themanummer uit over christelijke literatuur, getiteld ‘Het erf’ (jrg. 7 nr. 2). Daarin werd ik, in de categorie ‘critici’, als volgt geportretteerd:
    â€˜Dirk Zwart (1962) is een idealist. Zijn inzet voor Bloknoot was buitengewoon, zijn gedrevenheid enorm. Hij kiest compromisloos voor wat hij beschouwt als kwaliteit (hij heeft een voorkeur voor ‘moeilijke’, geconstrueerde literatuur en lijkt argwaan te koesteren voor toegankelijkheid). Essays mogen dor en droog zijn, als ze maar deugen. In zijn recensies is hij scherp, soms op het botte af. Dat stuit nogal eens tegen een borst (onlangs tegen die van Mance ter Andere, die inLiter verbolgen reageerde op een neersabelende recensie van Zwart overDe kinderen van Cham). Maar: het christelijk literaire erf is gebaat bij veeleisende en heldere kritiek. Als criticus munt Zwart uit in structuuranalyses en het graven naar diepere betekenislagen. Zijn studie rondde hij af met een scherpzinnige ontleding van een gedichtencyclus van Henk van der Ent, in Bloknoot concentreerde hij zich op romans. Onder zijn redactie verscheen ook een lijvig themanummer over het literaire werk van K. Heeroma.
    Zwart mist in zijn werk het verzoenende karakter van Hans Werkman, maar is onmiskenbaar een idealist. Hij stapte over zijn gekibbel met Werkman heen en begon fusiebesprekingen. Onlangs nam Zwart de eindredactie van Liter van Werkman over. Zwarts insteek is academisch, met een voorkeur voor lange essays. Hij heeft geen zin om te schrijven voor Werkmans ‘huisman en vroedvrouw’. Het is te hopen dat Liter onder zijn leiding een literair tijdschrift blijft, en niet verwordt tot een letterkundig tijdschrift.
    Zwart zal in beschouwend opzicht een van de dragende krachten van de christelijke literatuur in de komende jaren worden. Het kan daarbij een voordeel zijn dat hij zijn handen vrij heeft: hij schrijft poëzie noch literair [bedoeld wordt: verhalend] proza. Hij wijdt zich wél aan muziek. [...]’
    Een soms tot tegenspraak nodigende, soms flatterende karakterisering met slechts enkele, niet zo belangrijke, onjuistheden erin. Tot ‘een van de dragende krachten van de christelijke literatuur in de komende jaren’ ben ik in elk geval niet uitgegroeid. Het (eind)redacteurschap van Liter heeft mij niet die inspiratie gegeven, die Bloknoot mij wèl gaf. Dat komt enerzijds doordat ik een einzelgänger ben, die moeilijk compromissen kan sluiten (Bloknoot bleef eigenlijk altijd een eenmanstijdschrift, in tegenstelling tot Liter), maar ook doordat de muziek zich weer naar de voorgrond drong.